Mr. Johan van Affoirden († 1666)
Johan van Affoirden (Aaffoirden) is in 1605 of 1606 geboren. In 1631 werd hij door de Raad van Brabant in Den Haag toegelaten als notaris in ´s-Hertogenbosch. Hij legde dezelfde dag nog, op 2 juli, de eed af ten overstaan van Jacques van Aerssen, de Eerste Presiderende van de Raad. Vanaf die tijd woonde en werkte hij in s´-Hertogenbosch, tot zijn overlijden. Behalve zijn werk als notaris had hij een praktijk als advocaat. Hij wordt in de bronnen steevast als meester aangeduid. Hij had rechten gestudeerd, al weten we niet waar. Toch schreef Johan zich op 46-jarige leeftijd, op 9 januari 1651, in aan de universiteit van Leiden als kandidaat in de rechten, waar hij een week later promoveerde tot doctor in de rechten. Mogelijk werd zijn eerder behaalde meestertitel niet algemeen erkend?
Johan is op 26 maart 1630 getrouwd met Johanna van Tuyl; uit het huwelijk zijn zeker 7 kinderen geboren, die tussen 1631 en 1644 rooms katholiek werden gedoopt in een schuilkerk van de St. Catharina- of Sint Jansparochie. Meester Johan bezat twee naast elkaar gelegen huizen aan de Oude Dieze, tegenover de Peperstraat. In een ervan woonde hij met zijn gezin. Zoon Jacob studeerde eveneens, achtereenvolgens in Leuven, Leiden en Orléans en werd ook advocaat in ´s-Hertogenbosch. Een andere zoon, Willem, werd na een studie in Leuven minderbroeder. Een derde zoon, Wouter, koos het vak van bierbrouwer. Toen de oudste dochter overleed, Catharina, in 1634, op driejarige leeftijd, werd ze door haar ouders in een nieuw gekocht graf in de Sint Jan bijgezet. Daarin kwamen in 1635 en 1647 nog twee jong gestorven kinderen te liggen. De moeder, Johanna van Tuyl, werd hier na haar dood op 17 oktober 1663 ook bijgezet. Johan zelf overleed op 12 april 1666 en werd in hetzelfde graf gelegd.
In het ´Memoriael´ van Martinus Ackersdijck komen we de naam van Johan van Affoirden tegen. Ackersdijck was onderschout in ´s-Hertogenbosch en belast met het opsporen van Roomse religieuze bijeenkomsten in schuilkerken in de stad en haar Meierij. Op 26 december 1652 verstoort hij een Roomse bijeenkomst in de schuilkerk in het huis ´In ´t Cofferen´ (nu: Oude Dieze nr. 3). Hij noteerde: ´Op den 26e december 1652 is by my gestoort ende gevonden een paepsche vergaederinge, daer wel ontrent de tachtich menschen in waeren, maer niemant daer van en hebbe gekent als de huijsvrouwe vanden ad(vocae)t Affoirden …´.
Er werd 300 gulden boete opgelegd door de verbalisant Ackersdijck. Hij kende dus niemand van dat arme aanwezige volk, behalve de buurvrouw. Dat was Johanna van Tuyl. Ook Dircxken, de vrouw van zoon Jacob, bezocht dit ´paaps conventicul´ in het buurhuis van de notaris aan de Oude Dieze, waar op dat moment de kwezel Maria Scheffers woonde. (Dircxken was nota bene een dochter van de gereformeerde Anthonius van Oudheusden!)
Het is duidelijk dat de familie Van Affoirden actief katholiek was en waarschijnlijk het gezag van het stadsbestuur provoceerde. Want in 1631 werd Johan van Affoirden gedagvaard door de Officier Fiscaal van de Raad van Brabant in Den Haag. Hij zou, volgens de dagvaarding enkel uit bittere haat tegenover degenen die de gereformeerd religie aanhingen diverse schandelijke, lasterlijke, beledigende (´injurieuse´) en blasfemische teksten hebben uitgesproken en geschreven.
Niemand kwam echter opdagen op de datum van de terechtzitting. Na enige maanden bleek ineens dat de zaak niet meer op de procesagenda stond. Blijkbaar werd na communicatie tussen eiser en gedaagde afgezien van verdere vervolging: een snelle en volledige aftocht van het Openbaar Ministerie. Om politieke of juridische redenen? We weten niet of er een schikking is getroffen. De gereformeerde kerkenraad in de stad was zeer ontevreden over deze gang van zaken, want de wederzijdse haat tussen roomsen en gereformeerden achtte zij schandelijk. Eind 1631 vroeg de kerkenraad aan het stadsbestuur een plakkaat uit te vaardigen om lasteraars de mond te snoeren en vooral kamers van retorica en andere gezelschappen die kweekplaatsen waren van allerlei ´bitterheid en vilein´ in de gaten te houden en de rust in de stad te doen terugkeren. Van Affoirden kon zijn werk blijven doen, maar moest natuurlijk op eieren lopen. Pas in 1665 besloot de Raad van Brabant dat notarissen de gereformeerde geloofsovertuiging moesten aanhangen. Dat was een jaar voor zijn overlijden.
Van Affoirden kocht in 1642 ´De Twee Vergulde Sterren´ en in 1654 verwierf hij ook ´De Twee Witte Sterren´, nu samen nummer 5 van de Oude Dieze.
Bronnen |
• | J. van Oudheusden en H. Tummers (red.), De grafzerken van de Sint-Jan te ´s-Hertogenbosch IV (´s-Hertogenbosch 2010) zerk 410 |
• | Ton Vogel, Schuilkerken en hun bedienaren in ´s-Hertogenbosch 1629-1811 (´s-Hertogenbosch 2010) 94-97 |
• | Beatrix Jacobs, 'Met een ´bitter paaps gemoed´, het proces tegen notaris Johan van Aaffoirden' in: Bossche Bladen 4 (2012) 128-131 |
Ton Vogel, november 2013